|
Dit is een tekening van de huid met een verklaring van de verschillende delen.
|
1. Hoornhuid
2. Pigmentlaag
3. Talgzakje
4. Lederhuid
5. Tastzintuig
6. Drukzintuig
7. Pijnzintuig
8. Strekzintuig
9. Zweetkliertje
10. Porie
11. Ader
12. Slagader
13. Vetweefsel
14. Onderhuid
15. Haarzakje
16. Kippenvelspiertje
17. Haar
|
|
De huid heeft 5 hoofdfuncties.
|
=> Bescherming:
a) UV licht
b) uitdroging
c) infecties
d) beschadiging van spieren en ingewanden
e) koude of hitte
=> Waarneming:
a) Druk
b) tast
c) strek
d) pijn
e) warmte
=>Uitscheiding:
a) zweet
b) talg
c) hoornhuid
d) nagels, haren(horen bij hoornhuid)
=>Temperatuur regeling:
a) Isolatie door onderhuids vet
b) Zweten
c) Kippenvel+ rillen als je het koud hebt
d) Meer bloednaar de huid (dan wordt je rood) als je het warm hebt
e) Minder bloed naar de huid(blauw) als het te koud is.
=>Ademhaling
|
|
Opdracht
|
We moesten in een stukje papier 2 naalden steken. Er moesten gaatjes voor de naalden zijn op 2cm, 1,5cm, 1cm, 5mm en 2mm. We moesten nu de arm van de ander eerst met de spelden op 2cm afstand gaan aftasten en dan
opschrijven waar er 2 naalden werden gevoeld. Dit moesten we ook met de naalden op de andere afstanden gaan doen. Zo ontstond er een soort kaart van je arm waar op stond hoe gevoelig hij was.
Als je het heel warm hebt zie je dat je gaat zweten en dat de huid rood wordt. Dit komt omdat er meer bloed vlak onder je huidoppervlakte stroomt.
Als je het heel koud hebt gaan je haren rechtop staan. Zo werken ze als isolatie. Ook wordt je witter omdat er minder bloed vlak onder je huid stroomt.
|
|
De onderstaande voorwerpen van mensen en dieren bestaan uit hoornstof.
|
a) huidschilfers
b) het schild van een schildpad
c) nagels van je tenen
d) de schubben van een slang
e) schubben van een krokodil
f) het gewei van een hert,
g) de hoorns van een koe,
h) een paardenhoef,
i) een bontmantel
j) een wollen trui
|
|
Het verschil tussen het tast en het drukzintuig is, dat je met het tastzintuig zelf een kleine druk veroorzaakt die je waarneemt. Bij het drukzintuig word er een grote druk op je huid uitgeoefend.
|
|
Proef:
|
Neem 3 bekers met water: één met water van 25, één met water van 40 en een derde met water van 10graden Celsius. Ga met een vinger van de beker met water van 40 naar die met water van 25 graden en vervolgens van
10 naar 25 graden Celsius. Beschrijf goed wat je waarneemt.
Voor de vinger die eerst in het bekertje met water van 40ºC zat was het water van 25ºC koud en voor de andere warm
|